Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Referentieniveaus Menu:

      Getallen menu

Domein getallen

 

 

 

 

Notatie

 

Paraat hebben

Functioneel gebruik

Weten waarom

 

 

 

5 is gelijk aan (evenveel als) 2 en 3

                       

Uitspraak en schrijfwijze van gehele getallen, breuken, decimale getallen

Orde van grootte van getallen beredeneren

De relaties groter/kleiner dan

Getal benamingen zoals driekwart, anderhalf, miljoen

 

0,45 is vijfenveertig honderdsten

 

 

Breuknotatie met horizontale streep,

 

 

 

Teller, noemer, breukstreep

 

 

 

 

 

 

Notatie

 

Paraat hebben

Functioneel gebruik

Weten waarom

 

 

 

Breuknotatie herkennen, ook als 3/4

Gemengd getal

Verschil tussen cijfer en getal

 

Relatie tussen breuk en decimaal getal

Belang van het getal 0

 

 

 

 

 

 

Met elkaar in verband brengen

 

Paraat hebben

Functioneel gebruik

Weten waarom

 

 

 

Tienstructuur

Vertalen van eenvoudige situatie naar berekening

Structuur van het tientallig stelsel

Getallenrij

 

Afronden van gehele getallen op ronde getallen

 

Getallenlijn met gehele getallen en eenvoudige decimale getallen

Globaal beredeneren van uitkomsten

 

 

Splitsen en samenstellen van getallen op basis van het tientallig stelsel

 

 

 

 

 

Met elkaar in verband brengen

 

Paraat hebben

Functioneel gebruik

Weten waarom

 

 

 

Getallenlijn, ook met decimale getallen en breuken

Vertalen van complexe situatie naar berekening

Opbouw decimale positiestelsel

 

Decimaal getal afronden op geheel getal

Redeneren over breuken, bijvoorbeeld: is er een kleinste breuk?

 

Afronden binnen gegeven situatie: 77,6 dozen berekend dus 78 dozen kopen

 

 

 

 

 

 

 

Gebruiken

 

Paraat hebben

Functioneel gebruik

Weten waarom

 

 

 

Uit het hoofd splitsen, optellen en aftrekken onder 100, ook met eenvoudige decimale getallen

Globaal (benaderend) rekenen (schatten) als de context zich daartoe leent of als controle voor rekenen met de rekenmachine

Interpreteren van een uitkomst en rest bij gebruik van een rekenmachine  

Producten uit de tafels van vermenigvuldiging (tot en met 10) uit het hoofd kennen: 3 ◊ 5     7 ◊ 9

In contexten de rest (bij delen met rest) interpreteren of verwerken

 

Delingen uit de tafels (tot en met 10) uitrekenen: 45 : 5      32 : 8

Verstandige keuze maken tussen zelf uitrekenen of rekenmachine gebruiken

 

Uit het hoofd optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met "nullen", ook met eenvoudige decimale getallen

Kritisch beoordelen van een uitkomst

 

 

Efficiënt rekenen gebruikmakend van de

eigenschappen van getallen en bewerkingen, met eenvoudige getallen

 

 

Optellen en aftrekken (waaronder ook verschil bepalen) met gehele getallen

en eenvoudige decimale getallen

 

 

Vermenigvuldigen van een getal met ÈÈn cijfer met een getal met twee of drie cijfers:7 ◊ 165 =  5 uur werken voor  5,75 per uur

 

 

Vermenigvuldigen van een getal van twee cijfers met een getal van twee cijfers: 35 ◊ 67 =

 

 

Getallen met maximaal drie cijfers delen door een getal met maximaal 2 cijfers, al dan niet met een rest: 132 : 16 =

 

 

Vergelijken en ordenen van de grootte van eenvoudige breuken en deze inbetekenisvolle situaties op degetallenlijn plaatsen

 

 

Omzetten van eenvoudige breuken in decimale getallen

 

 

Optellen en aftrekken van veel voorkomende gelijknamige en ongelijknamige breuken binnen een betekenisvolle situatie:

 

 

In een betekenisvolle situatie een breuk vermenigvuldigen met een geheel getal

 

 

 

 

 

 

Gebruiken

 

Paraat hebben

Functioneel gebruik

Weten waarom

 

 

 

Standaardprocedures gebruiken, ook met getallen boven de 1000 met complexere decimale getallen in complexere situaties

Standaardprocedures met inzicht gebruiken binnen situaties waarin gehele getallen, breuken en decimale getallen voorkomen  

Weten dat er procedures zijn die altijd werken en waarom

Delingen uit de tafels (tot en met 10) uit het hoofd kennen

 

Decimale getallen als toepassing van (tiendelige) maatverfijning

Uit het hoofd optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met "nullen", ook met complexere getallen en decimale getallen

 

Kennis over bewerkingen: 3 + 5 = 5 + 3, maar 3  - 5 ≠ 5  - 3

Volgorde van bewerkingen

 

 

Efficiënt rekenen ook met grotere getallen

 

 

Delen met rest of (afgerond) decimaal getal:122 : 5 =

 

 

Vergelijken ook via standaardprocedures en moeilijker breuken

 

 

Omzetten ook met moeilijker breuken eventueel met rekenmachine

 

 

 

Optellen en aftrekken ook via standaardprocedures, met moeilijker breuken en gemengde getallen

 

 

Ook een geheel getal vermenigvuldigen met een breuk of omgekeerd

 

 

Vereenvoudigen en compliceren van breuken en breuken als gemengd getal

 

 

 

Een breuk met een breuk vermenigvuldigen of een deel van een deel nemen, met name in situaties

 

 

Een geheel getal delen door een breuk of gemengd getal

 

 

Een breuk of gemengd getal delen door een breuk, vooral binnen een situatie